’t Weyerke gaat voor goede zorg, al meer dan 47 jaar. Maar wat is dat eigenlijk goede zorg?
Heel wat verhalen die net dat vertellen blijven verscholen achter de schermen van de leefgroepen. Door tijdsgebrek of omdat mensen die in de zorg werken vaak vinden dat ze ‘gewoon hun job doen’. Maar het is veel meer dan dat…
Veroniek, jullie hebben in Huize Viversel de nodige expertise om te werken met mensen met het syndroom van down. Jij neemt ons vandaag mee in het verhaal van Jordy.
Veroniek: “In de coronaperiode kreeg Jordy het moeilijk. Naar school gaan mocht toen niet en hij begon vast te lopen. Omdat de situatie stilaan onhoudbaar werd, kwam hij naar ’t Weyerke. Eerst naar het Kortverblijf en een tijdje in De Schakel. De eerste maand dat hij in Huize Viversel woonde ging het eigenlijk vrij goed. Routines waren belangrijk voor hem en we zorgden er dan ook voor dat die er waren. Maar op een bepaald moment begon hij achteruit te gaan. Jordy kwam niet meer gezellig bij ons zitten in de living en ook de wassituatie werd alsmaar moeilijker. Na heel wat besprekingen besloten we als team om hem niet meer te forceren. We wilden hem alle tijd en onvoorwaardelijke liefde geven zodat hij op zijn eigen tempo kon leren om vertrouwen te hebben in ons. Dat is snel gezegd en het lijkt misschien vanzelfsprekend maar in de praktijk betekende het dat we hem bijvoorbeeld niet wasten als hij aangaf dat hij dat niet wou.”
Ik kan me voorstellen dat je dan als team ook wel druk ervaart?
Veroniek: “Het is inderdaad niet gemakkelijk. We moesten mama de boodschap brengen dat hij in bed gewassen wilde worden en we hem niet zouden wassen als hij dat niet wilde. Hoe moeilijk het ook was, we konden het wel samen bespreken en ik ben blij dat we het vertrouwen kregen. Pas op, ook binnen het team was het soms moeilijk, hoor. Je komt jezelf tegen, he. Goede zorg? Ja, dan moet je de mensen toch wassen? We wisten ook niet hoe lang hij zou weigeren en ja… dan vraag je je soms wel eens af of je wel goed bezig bent. Maar we hielden vol. We zorgden voor een veilige plek en deden alles heel op het gemak. Na de boterhammen kwamen we met een kommetje warm water, gewoon een beetje opfrissen. In de mate van het mogelijk probeerden we dan ook contact te leggen. Dat hebben we een jaar zo gedaan.”
Hoe hou je dat vol?
Veroniek: “Het is een sterk punt van ons team dat we elke kleine stap kunnen zien als een succes. En ja, af en toe is er dan ook een positieve uitschieter bij. Dat geeft dan weer de nodige kracht om verder te gaan. Toen Jarne, één van onze teamleden, trouwde begon Jordy zichzelf aan te kleden. Daar heeft hij veel tijd voor nodig maar het lukte. Toen we moesten vertrekken zat hij klaar in de rolstoel. Hem dan samen met de rest zien aan het gemeentehuis om Jarne te feliciteren, dat zijn kippenvelmomenten. En ook al zat hij de volgende dag weer in zijn kamer, je kan er dan wel weer een tijd tegen.”
Welke dingen zorgden ervoor dat de samenwerking met de familie positief bleef?
Veroniek: “Het was meteen duidelijk voor ons dat mama Jordy door en door kent. We hebben heel veel geleerd door met haar te praten en te observeren hoe zij omging met dingen. De band die Jordy en zijn mama hebben is heel sterk en mooi om te zien. Het is belangrijk dat die de nodige ruimte krijgt. Het netwerk is een partner in de zorg, hè. Ook al zorgt dat soms voor een spanningsveld. Het kwam wel eens voor dat we de boodschap kregen dat we te zacht en te lief waren of dat de vooruitgang toch zo ontzettend traag ging. Dan moet je met heel veel respect voor elkaar rond de tafel gaan zitten. Open en eerlijk communiceren is niet altijd gemakkelijk maar het werkt op lange termijn wel het beste.”
Waren er nog andere mensen waar jullie op konden rekenen?
Veroniek: “Dokter Knuts werd betrokken en ook Koen, de zorginhoudelijke ondersteuner, hielp ons om doelstellingen helder te formuleren. Iedereen van het team koos een persoonlijk doel dat hij of zij wilde bereiken met Jordy. Voor mij was dat bijvoorbeeld om te proberen hem terug in de douche te kunnen wassen. We kenden elkaars doelstellingen niet. Dat klinkt misschien vreemd maar dat was heel bewust. Het zorgt ervoor dat je zelf minder druk ervaart en je eigen tempo kan gaan. Bovendien is het ook een sterk signaal van vertrouwen naar mekaar. En ook zonder te weten wat iedereen precies voor ogen had, voelde je dat je er als team aan werkte. Dat is heel krachtig.”
En werkte dat?
Veroniek: “Iedereen was op zijn manier bezig om een band op te bouwen: samen keer op keer in een boek kijken met wilde dieren en dinosaurussen. Samen kattenfilmpjes kijken. Kleine dingen. Alles was goed, als er maar interactie was. Soms ging dat heel moeizaam maar ook het team kreeg ruimte. Het is gek hoe je ineens voelt dat je mag vertrouwen op je eigen ervaring en het juist is om het eigen tempo aan te houden.
Op een bepaald moment kwam het idee om Jordy’s kamer anders in te richten. Hij bracht er zoveel tijd door. Mama heeft hem toen heel goed voorbereid: als je terug naar Huize Viversel gaat, zal je kamer er anders uitzien. Hij is teruggekomen en het voelde meteen goed. Dat was achteraf bekeken ook het moment van de verandering. Jordy had nood aan ruimte en door de kamer anders in te kleden, voelde hij zich begrepen denken we. Stilletjes aan begon hij al eens ergens naartoe te gaan met een collega. Toen het Festijn was bijvoorbeeld. Jordy bleef thuis maar terwijl we daar met de rest van de groep aan het feesten waren, kregen we een foto vanuit de Mc Donalds. Ja, dat zijn dan geweldige momenten, he. Jordy begon meer en meer toe te laten. We konden hem terug wassen, op zijn manier maar het lukte. De nagels konden terug geknipt worden. We duwen nog altijd niets door maar als we voelen dat het kan, gaan we ervoor. Mama is altijd blijven komen en bij haar lukken de dingen altijd goed.”
Hoe weet je dat er een opening is om nieuwe dingen te proberen?
Veroniek: “Goh, dat is een aanvoelen, hè. Maar soms dienen dingen zich ook gewoon aan en dan is het kwestie van mee op de kar te springen. Toen het aanbod van MultiMoove kwam, zagen we een kans om hem in te schrijven voor nieuwe activiteiten. Jordy ging vanaf dan wandelen met Willem, de pony, en hij speelde spelletjes met Inge. Van in het begin ging dat eigenlijk heel goed.
Soms gaat Jordy een weekend naar huis en daar was er eens iets te doen geweest met paarden. We vroegen hem of hij ook eens op Bella, het therapiepaard, wilde rijden. Hij knikte. Eigenlijk is het fantastisch hoe dat toen gelopen is. We hebben de situatie aan Ingrid van MultiMoove uitgelegd. Ze twijfelde geen moment en zei: “Dan gaan we dat direct proberen.” En zo is het ook gegaan. Dezelfde dag nog reed Jordy zijn eerste ritje op Bella en dat doet hij vandaag nog. Het is mooi om te zien hoe ontspannen hij dan is en hoe hij geniet. Kijk, normaal gezien mogen we Jordy niet aanraken, dat vindt hij echt niet fijn. Hij geeft wel een vuistje aan zijn zus en schoonbroer. Maar tijdens de ritjes aait hij Bella en krijgt de begeleiding die erbij is ook een vuistje. Gewoon van ‘contentement’.”
Amai! Wat een ommekeer!
Veroniek (lacht): “Hij is ook naar de paasactiviteit en zelfs naar Extrema Outdoor geweest! Jordy gebruikt nu ook een rollator. Die had hij ontdekt bij zijn bomma op de camping. Vroeger deden we transfers met de rolstoel maar nu gebeurt het ook dat hij de rollator gebruikt. Praten doet hij nog altijd niet maar hij communiceert wel op andere manieren. Hij gebruikt een aantal smoggebaren en maakt uit zichzelf dierengeluiden. Als hij iets nodig heeft, klopt hij op de deur. Hij neemt graag deel aan activiteiten en iedereen lijkt zijn draai wel wat gevonden te hebben. Zijn veilige haven blijft het vertrekpunt. Daar kan en mag hij altijd naar terug als hij het nodig heeft. Sinds kort komt Jordy elke namiddag in de leefruimte zitten tot het slaaptijd is. Dat geeft een goed gevoel.”
Hoe hebben jullie deze expertise opgebouwd?
Veroniek: “Ons verhaal is begonnen toen een zorggebruiker met het syndroom van down bij ons kwam wonen. Hij was echt heel depressief omdat er veel te veel druk op hem was gelegd. Ann Lemmens heeft ons toen ondersteund om een lange weg te gaan. We hebben toen ook kennis gemaakt met de visie van Karel De Corte. Zijn boek ‘Maak me niet down’ is nog altijd een beetje onze bijbel.”
Wat zijn volgens jou belangrijke aspecten in het werken met mensen met downsyndroom?
Veroniek: “Zorg voor duidelijkheid en structuur maar werk niet vanuit een machtspositie. Geef hen de ruimte om het draaiboek dat ze in hun hoofd hebben geleidelijk aan op te schuiven. Ook het onvoorwaardelijke in de relatie is heel belangrijk. Onlangs werd het pedagogisch kader van ’t Weyerke herschreven en ik moet zeggen dat wij ons helemaal herkenden in de tekst ‘Wey doen het zo!’. Het is ook belangrijk dat je nieuwe collega’s hierin meeneemt. In Huize Viversel hebben we het geluk dat we al jaren een vast team hebben. Dat is een groot voordeel. Zo nu en dan komt er iemand bij maar met vaste collega’s is het veel gemakkelijker om nieuwe mensen mee te nemen.
Doe het samen. Dat is echt het sleutelwoord. En praat! Leg zoveel mogelijk op tafel en zorg er samen voor dat dingen bespreekbaar blijven. Zolang dat het geval is, kan je er ook nog aan werken. Als je dingen wilt aanpakken is het belangrijk dat iedereen daarin zijn verantwoordelijkheid opneemt. Wij benoemen heel veel tijdens onze teamvergaderingen. En we zijn heel bewust bezig met de manier waarop we met de zorggebruikers omgaan. Ieder mens heeft zijn eigen waarden en normen maar we vinden het belangrijk dat we in de eerste plaats naar de zorggebruiker kijken. Dat wil soms zeggen dat je je eigen normen en waarden opzij moet kunnen zetten.”
Een dikke pluim voor het team van Huize Viversel is hier wel op zijn plaats.
Veroniek: “Zeker! Weet je, onlangs zag ik een TV programma waarin politiekers een paar dagen samen in een huis doorbrachten. Daar zaten mensen tussen die al jaren niet meer met elkaar spraken?! Dan denk ik: “Amai, moeten die mensen een land besturen? Dan zijn wij toch echt wel goed bezig.”
Nieuwsgierig naar het verhaal van de mama van Jordy?
Lees het op deze website https://ap.lc/uxrpR
Inge De Geyter - directeur communicatie